Reisverhaal Genua en
Cinque Terre dorpen
Genua de poort naar Cinque Terre
Om in
Cinqueterre te komen vliegen we naar Genua. De
taxichauffeur zet ons af voor een enorm pand aan een kade,
het adres van ons B&B. Na
enig bellen gaat de deur open en beklimmen we de marmeren trappen naar de tweede van zeven etages. We
worden welkom geheten door een jong stel die ons de ruime kamer aan
de achterzijde toont. Het hele appartement is voorzien van prachtige
granieten en ingelegde vloeren.
De steeg waaraan onze kamer ligt doet alle
geluiden weerklinken. Als we geinstalleerd zijn lopen we
langs een van de havens die Genua rijk is naar het oude centrum.
Het
historische centrum van Genua
Het is
een wonderlijk mengeling van grote gebouwen en steegjes. Achter de
chique facades aan de havenkant wonen mensen uit alle delen van de
wereld in een smalle slecht onderhouden steeg. De gebruikelijke
goedkope kleding en verwaarloosde woninkjes. Iedereen leeft op
straat. Weer verder van de haven af mooie straten, pleinen en een
passage.In deze laatste bakken met bloeiende azalea's van vier meter
doorsnede en twee meter hoog. De duurste winkels die je je kan
denken. We drinken een biertje op de kade en verwekken opschudding
omdat we iets willen eten maar geen italiaans spreken. Uiteindelijk
krijgen we een kleine pizza.
Veel is gesloten, het is en maandag en 1 mei de dag van de arbeid,
een vrije dag in Italie.
Tuinbonen met salami
Na het
ontbijt dwalen we door de oude steegjes, hooguit twee en een halve
meter breed. De huizen zijn zeven verdiepingen hoog. Wat moet het
daarbinnen donker zijn. Op een terras op het Piazza delle Erbe bestellen we
onbekende gerechten. De een krijgt rauwe frisse tuinbonen en plakjes
salami (Fave e Salame), de ander pasta met ragfijn gesneden rode sla erover en
geraspte kaas.
We begieten het met een halve liter witte wijn. Naast
ons aan een tafeltje een afstammeling van Columbus. Een flinke man,
woeste blonde haren en een enorme neus. Als we later een standbeeld
van Columbus zien, blijk ik daarin gelijk te hebben.
Funiculare de Righi
Na
de lunch lopen we naar de Funiculare de Righi, een klein oud
bergspoortje met ongeveer zeven uitstapplaatsen. De laatste, Righi,
biedt een prachtig uitzicht over de stad.
Terug in de stad lopen we via de Via Garibaldi weer naar het
centrum. Het is de straat om te winkelen. Peperdure winkels verkopen
speelgoed, mode, schoenen, pennen en er zijn een paar terrasjes.
|
|
|
Sestri Levante
De dag daarop maken we met de
trein een tochtje naar Sestri Levante. Eerst brengen we twee uur op
het station door omdat we de dienstregeling niet begrijpen. Het
plaatsje zelf boeit ons niet echt. De volgende dag vertrekken we naar
Monterosso na een leuk gesprek bij het ontbijt met de gastvrouw en een
andere gast die tuinarchtecte is. Zij heeft veertien dagen
doorgebracht bij een door haar neergezette tuin op een tuinexpositie.
De hele tuin bestond uit uit Nederland geimporteerde zonnebloemen. We
bekijken de foto`s en bewonderen haar ambitie.
Monterosso en Riomaggoire
In
Monterosso, het grootste dorp van de Cinqueterre, krijgen we via de
toeristeninfo een prachtige kamer met keukentje en balkon. Uitzicht op
de bergen en de zee. Monterosso heeft net buiten de drukte van de
toeristen plekjes met gezellig dorpsleven, waar we van genieten bij
een glaasje wijn. Na het ontbijt op ons balkon gaan we met de trein
naar Riomaggiore. Het dorp is met een lift bereikbaar vanaf het
station. Prachtig stil dorpje want de toeristen gaan meteen het
wandelpad lopen. In het dorp muurschilderingen die laten zien hoe
mensen vroeger gezwoegd hebben om de berg bewoonbaar te maken. We
lopen het makkelijke pad naar Manarola en staan vaak stil om van het
uitzicht te genieten.Na de lunch lopen we door naar Corniglia,
waar we te moe aankomen om nog naar boven naar het dorp te gaan. De trein
brengt ons terug tot vlak bij onze kamer.
Vernazza
Met de trein naar Vernazza.
Een plaatsje dat komvormig rond een haventje ligt. Per toerist is er
een halve vierkante meter beschikbaar. Het is warm, we eten wat,
bekijken de kerk die een raam met uitzicht op zee heeft en gaan weer
terug.
De vrouw, die ons de kamer verhuurt geeft ons elke dag
tuinbonen, haar man heeft een volkstuin en ze kan ze niet op. Geen zin
om te koken dus we eten ze rauw met ricotta en olie die ze ons gaf.
Haar man heeft ook een olijfgaard en een wijngaard. Maar met de wijn
is ze zuinig, we krijgen een keer allebei een glas. Zo'n wijn heb ik
nog nooit gedronken, met die zilte nasmaak.
Corneglia
Tenslotte
bezoeken we Corniglia. Een dorp op een rots. 365 treden leiden er heen
of het Ecobusje van de Unesco. Aan de randen van dit roversnest
prachtig uitzicht op de bergen en de zee. Binnen in het dorp een
beschut pleintje met, ja gelukkig, horeca. Oude mannen op bankjes,
toeristen achter grote ijsglazen.
Cinqueterre ligt daar al heel lang met zijn vijf verschillende
dorpjes. Dat nu juist daar al die toeristen moeten komen. De Unesco
beschermt het en geeft geld om het op te poetsen. Maar ja, had ik het
willen missen? Nee.
|
|