Reisverhaal Siena
We arriveren in Siena met de trein,
die ver van het centrum stopt, wat betekent dat een taxi met
vergunning om door het oude centrum te rijden ons voor de deur van
het hotel brengt.
Onze kamer, gereserveerd via Booking.com, is prima, niks over te
vertellen. We zitten op tweehonderd meter van het Piazza del Campo,
wat het mooiste plein van Europa genoemd wordt. We lopen die
tweehonderd meter en belanden in een toeristische heksenketel. Het
plein is stampvol met mensen, voornamelijk Nederlanders lijkt het
wel en gelukkig kunnen we net een tafelte bij een pizzeria
bemachtigen om het allemaal te laten bezinken. Ik zit schouder aan
schouder met een hollandse dame die zonder enige gene haar hele
priveleven meedeelt aan haar reisgenoten uit de bus. Andere
Nederlanders komen langs voor een praatje en vertellen dat de rij
bij de Dom zo lang is dat ze er maar van afzagen. Waar zijn we aan
begonnen! Het mooie van het plein is niet te zien. 'Ik wou dat ze
allemaal oprotten' zeg ik nijdig, maar dat zit er niet in want het
is dertig april, morgen dag van de arbeid, iedereen heeft vrij.
We lopen die middag aardig rond in het stadje
en genieten toch een beetje. Maar om vijf uur als de uittocht van
dagtoeristen begonnen is, begint het ineens te hozen! Wie nog in de
stad is schuilt onder de galerijen van het stadhuis. Het plein is
leeg en vanuit mijn veilige positie kan ik het eindelijk bekijken.
Ovaal, schelpvormig ligt het daar, oplopend naar boven zodat de
bovenrand anderhalve meter hoger is dan de onderrand. Paaltjes maken
het onmogelijk over het plein te rijden, maar rondom is een rand die
niet oploopt en waar door vergunninghouders voorzichtig gereden kan
worden. Ook de terrassen staan op de rand. Het is deze rand die
gebruikt wordt voor de spectaculaire paardenrennen, de Palio, twee
maal per jaar, waarin gestreden wordt om de eer van families.
Als de regen over is bekijken we het plein vanuit alle
richtingen. Vanaf de bovenrand is het het mooist. In een hoek loopt
het verder steil omhoog en vandaar kun je naar de Dom.
Toen het regende zaten twee meiden midden op het piazza zich nat te
laten regenen, nu het droog is wordt er gespeeld door allerlei
kinderen. Ouders staan te praten, mensen bezetten weer de terassen
en het blijkt dat de Piazza del Campo een ontmoetingsplaats is. We
zitten lang te kijken naar alles wat
zich afspeelt.
|
|
|
Na het eten komen we er terug, kijken
naar de volle maan boven het raadhuis, drie Japanners op een rijtje,
op hun billen op de stenen, gefascineerd bezig met hun laptop,
een groep jongeren die de paardenrennen naspelen en een paartje dat
ligt te vrijen. Je hebt geen wijn nodig in Siena
om gelukkig te zijn.
De volgende dag ontbijten we vroeg en lopen naar de Dom, waar de rij
slechts tien meter en vijf minuten lang is. Dan betreden we de kerk
die ik met de kathedraal van Chartres samen de mooiste vind die ik
gezien heb. Bijna sprakeloos bekijk ik de vloermozaieken met
voorstellingen uit het oude testament, marmer ingelegd in marmer,
met expressies op de gezichten zo prachtig. Het spreekt me veel meer
aan dan muur-of plafondschilderingen (sorry Michelangelo), of zelfs
beelden. De kerk zelf is ook erg fraai, maar vooral mooi door de
rijkdom aan versieringen. Er is een kleine kapel, een
houtsnijwerkpreekstoel en een bibliotheek, waar ik zeker een uur
geweest ben om de dertig boeken met miniaturen te bekijken die in
vitrines staan. Het is haast teveel om te bevatten. Het hart wordt
te vol van zoveel schoonheid.
Na de lunch aan de buitenkant van het
stadje, met prachtig uitzicht. bezoeken we het museum van Maria del Casa.
Het is de laatste dag van een expositie van Miro en Chagal, grafisch
werk. Ook hier weer die totale vervulling. Er zijn maar een paar
bezoekers en we hebben alle tijd. We bekijken ook de rest van het
gebouw, een hospitaal tot 1998, vol muur-schilderingen, gewelfde
plafonds, een kapel, alles zo mooi dat je je afvraagt of Italianen wel
iets lelijks konden maken. Helaas in deze tijd wel.
Steeds moeten we bij terugkeer naar het hotel over de Piazza del Campo
en we merken op dat het er bij elk weer en op elk moment mooi is, als er
maar niet teveel toeristen zijn. Het is een plezier er over heen te
lopen.
Onze raad: bezoek Siena in het najaar als al die vreselijke
schoolklassen geen schoolreisje hebben.
|
|