Vakantie Bangkok
Monks Bowl Village en Banglamphu
We
willen naar Monk’s Bowl Village, een steegje in het centrum
van Bangkok. We nemen een taxi naar de Golden Mount. Dat is er
vlakbij en dat weten chauffeurs te vinden. Namen van straten kunnen
wij niet zo uitspreken dat zij het verstaan, kaart lezen kunnen de
meesten niet en daarom is het handig een toeristen- attractie te
noemen. De chauffeur zet de meter uit zodra we bij het hotel weg
zijn en vraagt hoeveel we willen betalen. We sjacheren wat en
betalen uiteindelijk teveel omdat we het niet gepast hebben en
afhankelijk zijn van wat hij teruggeeft. Maar dat is nog altijd erg
weinig voor de tijd die je rijdt. Tevreden lopen we om de Golden
Mount heen. Het is me te warm om naar boven te klimmen.
Dan op weg naar het dorpje van de monnikenschalen. ‘Dorpje’? Het
is een steegje, waar we op de hoek aan iemand vragen of we goed
gaan. Die maakt het gebaar van een enorme schaal met zijn handen en
springt dan op de fiets om voor ons uit te gaan vertellen dat we er
aan komen. Twee blanke toeristen! We worden dan ook opgewacht door
een stevige vrouw die meteen stoelen en flessen water aansleept, om
ons te laten zitten naast iemand die bezig is een schaal te kloppen.
Drie families maken hier nog schalen voor monniken om ‘s morgens
eten in op te halen. Uit een stuk plaatstaal, met acht koperen
stroken erin die de acht armen van Boeddha voorstellen. Als je op de
kom slaat met een metalen voorwerp, klinkt het helder en luid, laten
ze ons horen.
Na het vormen gaan ze in het vuur om een geheel te worden en
vervolgens worden ze prachtig zwart gelakt. In een vitrine staan er
een aantal en we worden aangemoedigd om de grootste te kopen tegen
een behoorlijk prijs. Uiteindelijk kopen we een kleine ongelakte.
Daar kan weer een gezin een week van eten in Bangkok.
Ik ga op de foto met de vrouw die alles regelt, er worden nog foto's
gemaakt van de vaklui die bezig zijn en dan lopen we een eindje
verder het straatje in, zover als we mogen. Want de vrouw, die niet
bepaald mager is, blokkeert de verdere doorgang, en maakt ons
duidelijk dat we terug moeten. Dat betekent dat we de andere 2
families niet zien. Later zie ik op de kaart dat het steegje gewoon
doorloopt, dus welke geheimzinnige reden dit had is mij niet
duidelijk.
Het
is een zeer hete dag en we besluiten met een taxi terug te gaan naar
Banglamphu. We lopen door de straatjes, voorbij het afgebroken huis,
waar nu kippen worden gehouden op de puinhopen, om bij ons favoriete
restaurantje te gaan eten. Het is een terrasje met tafeltjes en
echte stoelen buiten, wat ik niet zo vaak heb gezien in Bangkok.
Meestal staan buiten wat krukjes rond een tafeltje, behalve in die
paar straatjes bij Kao San Road, waar het wemelt van de backpackers.
De kok is een kleine zachte man, die een beetje doet denken aan
Lonny Garungan van een
televisieprogramma over Aziatisch koken.
Ik bestel TomYam soep, not so spicy, wat hem bezorgd doet
vragen of het wel een beetje spicy mag, anders kan hij het niet
koken. Mijn tafelgenoot neemt Pad Thai, de heerlijke gebakken
noedels, die ook overal weer anders smaken.
We rusten wat uit, kijken naar de kok en wat er zo allemaal op
straat gebeurt. Een man met een handkar met oude dozen passeert. Op
het kruispunt doet een kat zijn behoefte in een kuiltje. Er komt een
meisje aanrijden op een brommer. Ze stopt en roept naar boven:
‘Oichi’ Ik moet lachen want toen we hier een jaar geleden zaten
gebeurde er precies hetzelfde. Oichi is kennelijk niet zo vaak
thuis. Het meisje kijkt naar ons en wordt verlegen. Het is in
Thailand niet netjes om zo hard te schreeuwen. We eten nog wat
en drinken een biertje.
Bangkok
is een enorme stad, zo groot als de provincie Overijssel, met een
gigantische verkeersdrukte en luchtvervuiling. Maar hier lijkt het
precies op de Jordaan in Amsterdam. Hier heerst rust, hier kun je
door de straatjes dwalen en midden op een kruispunt stilstaan.
Internetten kan hier in een piepklein winkeltje waar jongetjes spelletjes zitten te doen
en een uur emailen een dubbeltje kost. Alleen al om hier te kunnen
eten zijn we nog een keer teruggekomen.
|